Categorieën
Column

Zakdoek

Ik wandel weer eens door mijn woonstraat. De herfstjas wagenwijd open, de mouwen opgestroopt tot aan de ellebogen en een zwarte pet op mijn hoofd. Ja, ook die pet is eigenlijk overbodig maar mijn ontbrekende zin om die terug naar huis te brengen heeft ervoor gezorgd dat ik die pet nu draag. Zoals de lezer uit het vorenstaande waarschijnlijk begrijpt is het warm. Buiten. Warm, veel te warm voor de tijd van het jaar.

Indertied zaten of speelden we rond deze tijd binnen. De haard al zacht knetterend, een tas warme melk of chocomel binnen hand- en mondbereik en misschien wel aan het ganzenborden. Want buiten was het toentertijd niet pluis, zeg of schrijf maar, koud. Ik kan me herinneren dat het toen in november al vaak vroor of gevroren had, ja zelfs een keer dat alle chrysanten op de graven met Allerheiligen kapotgevroren waren vanwege 6 graden nachtvorst. Tegenwoordig mag je blij zijn (of niet), wanneer het in de hele winter 2 of 3 keer vriest.

De voorgaande klaaggedachte openbaart zich tijdens mijn wandeling door de woonstraat waar kleine kinderen met krijt hele routes uitzetten op het trottoir. Dan rijst opeens bij mij de vraag: “Zouden zij het spel ‘zakdoekje leggen’ kennen?”
Ik ga het de kinderen niet vragen want een oudere man (ja, dat ben ik na al die jaren) met een zwarte pet op en een grijze baard kan hen alleen maar de stuipen op het lijf jagen. Toch?

Het edele spel ‘zakdoekje leggen’. Ik zie het weer voor mij. De hele klas zittend in een kring, op de speelplaats, ergens op het eind van de lente maar in ieder geval nooit in oktober of november, want (veel) te koud. Een van de klasgenootjes liep aan de buitenkant van de zittende cirkel met een zakdoek(je) en vrolijk en luid zongen wij dan: “Zakdoekje leggen, niemand zeggen, tatatata enz. (tekst vergeten), hier leg ik mijn zakdoekje neer.” Na het woordje ‘neer’ was het dan zaak om zo snel mogelijk achter je te kijken, lag de zakdoekje achter jou, dan moest je als de wiedeweerga opspringen en achter de zakdoekjesneerlegger aan rennen om hem af te tikken voordat hij of zij op de lege zitplaats kon plaatsnemen. Lukte dat niet dan ging het spelletje weer voort totdat uiteindelijk het spelletjeskwartier of half uur voorbij was. Dan gingen we weer vrolijk gemutst de klas binnen om verder slim gemaakt te worden.

Vraag me – wanneer ik na mijn wandeling mijn woning weer binnenstap – af of dit (gezonde) spel überhaupt nog gespeeld wordt. En meer nog, of dat dan tegenwoordig nog met een stoffen zakdoek of met een, godbetert, tissue wordt gespeeld.

Door Edmond Ackermans

Edmond Ackermans

2 reacties op “Zakdoek”

ik denk dat ik het liedje nog weet.

Zakdoek leggen, niemand zeggen
Kuukelekuu zo kraait de haan
Heb maar twee paar schoenen aan
Een van stof en een van leer
hier leg ik mijn zakdoek neer.

Ik denk niet dat de kinderen van deze tijd nog zo iets spelen.
Die zijn liever met hun mobieltjes bezig.

Ik lees met aandacht jullie stukjes of luister naar de podcast.
Geweldig. Complimenten hiervoor. Ga zo door.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *