“Rood, met op de broeking een zwarte sleutel, de baard onder en naar de vlucht wijzend, in de vlucht een witte keper, opkomend uit de broeking.”
Toen ik deze tekst de eerste keer las, dacht ik, waar gaat dit over? Gaat dit over een woeste, vastgeketende langharige ongeschorene die op de kop hangend in alleen een broek probeert weg te komen van zijn hangplek?
Een op de keperse beschouwing leerde mij dat het een deel van de beschrijving van de Berg en Terblijtse vlag betrof. De vlag die – wanneer het hard waait – wel en niet stof doet opwaaien. Deels omdat ze hoog hangt, deels omdat een deel van de Berg en Terblijtse gemeenschap het bestaan van de vlag helemaal niet kent. En dat was ook indertied al zo. Indertied, in de jaren 70 van de vorige eeuw. In het jaar 1977 om nog wat exacter te zijn. Bij het afscheid van de toenmalige burgemeester van Amsterdam, Ivo Samkalden. Ja, die burgemeester, die samen met zijn vrouw Olga en het wethouderscollege van diezelfde gemeente Amsterdam, te gast was bij het toen nog Nachtwacht Gilde, dus twee woorden.
De Amsterdamse wethouders wilden per se dat het Nachtwacht Gilde betrokken werd bij het afscheid van Ivo. Ja, wij mochten die dag Ivo zeggen. De connectie tussen Berg en Terblijt en Amsterdam? De Nachtwacht. Uiteraard?! Het hele college, inclusief Olga Samkalden, de vrouw van, zou gaan vogelschieten. Schieten op een heuse, zware houten vogel. Geprepareerd door het Hoofd Preparaties, Jean ‘de Mol’ In de Braek.
De gevel van het – toen nog – clublokaal Noben was opgeleukt met een aantal keurige, kleurige vlaggen. De Nederlandse driekleur, de Limburgse leeuw, de Amsterdamse kruizen én die rode, met op de broeking een zwarte sleutel, de baard onder en naar de vlucht wijzend, in de vlucht een witte keper, opkomend uit de broeking. Die vlag dus.
De toenmalige burgemeester van Berg en Terblijt Frans van de Loo, ja, wij mochten toen niet Frans zeggen, was ook uitgenodigd. Want collega ontmoet collega, zoiets. Fra… eh… de burgemeester kwam op zijn typische, gehaaste manier aangelopen. Nam, zoals bij hem te doen gebruikelijk, zijn hoed af toen voorzitter Frans en ik op hem afliepen en hem welkom heetten. Hij bekeek de opgeleukte gevel én …
“Euh, heren, wat is dat voor vlag? Daar naast de Limburgse?” Wijzend naar de rood met op de broeking etc.-vlag.
“Eh… mijnheer de burgemeester, dat is de vlag van onze gemeente. Van Berg en Terblijt.”
“Euh… hebben wij een gemeentevlag?”
“Jawel, mijnheer de burgemeester. Sinds 16 februari 1971.”
“Euh… ooh… daar weet ik niets van.”
“Toch is het de vlag van Berg en Terblijt, mijnheer de burgemeester.”
“Nooit gezien.”
Misschien dat dit hele verhaal een stille dood gestorven zou zijn, ware het niet dat net op dat moment een journalist binnen gehoorsafstand langsliep en dit vraag- en antwoordgesprekje opving. Een dag later kopte de krant: “Burgemeester herkent eigen gemeentevlag niet’…
Oh ja, Ivo’s vrouw Olga schoot de échte vogel af.
