Het bankje onder de boom nodigt mij zwijgend uit om plaats te nemen. Ik laat mijn zitvlak zakken op de houten planken en het bankje kreunt lichtjes. Dat zal ongetwijfeld met de zwaarte van mijn eigenste ik te maken hebben. Mijn beide armen leg ik gestrekt op de rugleuning, sluit mijn ogen en luister naar het ruisen van de boom die het bankje beschaduwt.
Ik open mijn ogen wanneer ik krakende voetstappen hoor en ik de bezitter van de voetstappen naast mij zie plaatsnemen. Weercomplimenten worden verbaal uitgewisseld en dan begint hij te vertellen. Dat hij vroeger best wel sportief was en trouwens nu nog wel is. Ik herinner mij opeens een column die ik schreef over een bankontmoeting met hem, vorig jaar. Ja, hij herinnert zich die ontmoeting ook nog. En hij laat me weten dat hij indertied niet alleen kampioen werd met het sindsdien wereldberoemde dreamteam Berg C1 maar hij op individueel vlak dat jaar ook nog een vette eerste prijs veroverd had door een wielerwedstrijd, georganiseerd door het toenmalige comité Kinder-Vakantiewerk Berg en Terblijt, op zijn naam te schrijven.
Op mijn vraag en verwachtende dat hij daar geen bewijs meer van zal hebben, belooft hij mij vanavond nog een kopie van de aan hem uitgereikte oorkonde via een appje toe te sturen. Met grote, verbaasde ogen kijk ik hem aan. “Heb je die dan nog?”
“Jazeker, ik zal even moeten zoeken maar ik heb die nog. Alle bewijzen van hoogtepunten in en uit mijn sportcarrière heb ik bewaard. Maar ik won niet alleen die oorkonde, ik kwam ook nog vier keer als eerste over de streep wanneer we weer een ronde afgelegd hadden en telkens verdiende ik daar twee gulden en vijftig centen mee. Dus ik was best wel een tevreden sjportmenneke, toen in 1968. Het was overigens mijn eerste en ook enige koerswinst ooit.”
“En je hebt daar indertied geen nominatie als sportman van het jaar aan overgehouden? Onbegrijpelijk dat die titel toen, wanneer ik mij goed herinner, naar Jan Janssen is gegaan. Ik zou alsnog een rechtszaak beginnen en financiële genoegdoening eisen.”
“Tjah, dat was dan weer een foutje in de administratie bij die sportmanorganisatie. De voornaam was wel goed maar de achternamen zijn toen blijkbaar verwisseld. Het zij zo. Maar het allerergste vond ik dat ik niet heb mogen deelnemen aan de Olympische Spelen van dat jaar.”
“Huh? Waarom dat dan niet?”
“Door die tien gulden die ik tijdens die wielerwedstrijd gewonnen had, werd ik beschouwd als een betaald sportman en toentertijd mochten alleen amateurs aan die Spelen meedoen.”
“Wat flauw…”
“Zeg dat…”
