Categorieën
Column

Dorpstaal

Ik las van de week de column van Roel Wiche. In een echt Limburgs dagblad, omdat het tegenwoordig ook op zondag verschijnt. Een column over de Limburgse taal. Die Limburgse taal, de laatste weken steeds opnieuw een spraakmakend onderwerp. In zijn column maakt Roel gewag van een stelling die tijdens een onlangs gehouden debat in het Limburgse gouvernement werd geponeerd: Maak van het Maastrichts de enige echte officiële Limburgse taal. Nu weet ik niet welke welketaalsprekende individuen aan dat debat deelnamen, veel Limburgers zullen er niet bij gezeten hebben. Misschien een paar verdwaalde dorpse stadsmensen – zo noem ik de ‘Sjengen’ – en wellicht een verdwaalde ‘boer’. En ik veronderstel dat de Sjeng der Sjengen, Sjo Vinis in hoogsteigen persoon, deze stelling ter tafel heeft gebracht.

Laat ik vooropstellen dat ieder sprekend individu zijn stellingen en meningen mag verkondigen, want vrijheid van meningsuiting is een heel groot goed. Ook domme ideeën, hoe ridicuul die ook zijn, vallen daaronder. Maar als je weet dat in dit wormvormig aanhangseltje van een ook al niet van enig chauvinisme gespeend landje, iedere vijf kilometer een ander dialect wordt gesproken, woorden soms en vaak ook vaak een andere betekenis hebben, dan zou je zo’n stelling toch niet durven poneren. Het is alsof je zegt: “Mensen, Nederlands wordt vanaf nu de wereldtaal. Fuck off, Engelse taal.”

Ik veronderstel dat Sjo Vinis deze stelling samen met zijn gestropdaste vriendjes aan een of ander buffet in een kroegje, verborgen in een smal straatje, heeft bedacht. Uiteraard na inname van de nodige spiritualiën. Wetende dat het gros van de provinciale ‘beheijmakers’ vooral niet behept is met enige kennis of spraak van de Limburgse taal. En wat die Limburgse taal betreft… die bestaat echt niet. En mocht er ooit een Limburgse taal komen, dan hoop ik dat, neen, dan moeten de dorpse dialecten gewoon blijven bestaan, zowel in schrijf- als in spreektaal. Streektalen en dorpsdialecten. Dat is toch cultureel erfgoed. En erfgoed is beschermd! Toch?

Ik zal de penningmeester van Indertied in ieder geval wel attenderen op het miljoenenpotje dat vanaf 2024 over de provincie wordt uitgestort om de Limburgse taal te bevorderen. Dialecten vallen daar volgens mij ook onder. Dan zou Indertied mèttertied misschien een (deeltijdse) meester of juffrouw kunnen bekostigen.

Eentje die het vak Bergs en Terblijts dialect,  dus ónze unieke dorpstaal, gaat onderwijzen.

Door Edmond Ackermans

Edmond Ackermans